Chili heeft na Argentinië de grootste druivenaanplant van Zuid-Amerika en is de belangrijkste exporteur van dat continent. Het land ligt ingeklemd tussen de Stille Oceaan en de Andes, is extreem lang en smal – 5000 kilometer lang en amper 200 kilometer breed – en wordt doorkruist door valleien. Het klimaat wordt er bepaald door veel zonlicht en weinig neerslag. Irrigatie is daarom vaak onvermijdelijk. Veel wijngaarden zijn dan ook aangelegd op valleibodems vlak bij rivieren met smeltwater uit de Andes. Er worden tegenwoordig echter steeds meer wijngaarden aangelegd op hellingen, waar wijnen van hoge kwaliteit vandaan komen.
Chileense wijn is voor 80% rood. De meest aangeplante druif daarvoor is cabernet sauvignon, maar de ‘nationale’ druif is de succesvolle carmenère. In opkomst zijn verder syrah en, met name in koele gebieden, pinot noir. Bij wit overheersen chardonnay en sauvignon blanc.
Volrode Chileense wijn met een fraai aroma van eikenhout, kruiden en rijpe bosvruchten. De smaak is vol en aromatisch. Mooie wijn bij rund- of kalfsvlees of geurige stoofschotels.
Dieprode Chileense wijn met een krachtig, verfijnd aroma van rijpe bramen, bessen en geurig eikenhout. De volle smaak is zacht en evenwichtig. Heerlijk bij verfijnde kruidige vlees- of wildschotels.
Prachtige rode wijn met een verfijnde geur van bloemen, vers rood fruit (kers, braam), eikenhout en specerijen. De smaak is vol, sappig en harmonieus met rijpe, soepele tannine in de lang aanhoudende afdronk. Probeer ‘m eens bij een stevig vleesgerecht, zoals ossobuco, wild zwijn of lamsbout.